Gas en licht in Asten
Aanverwante artikelen
Op 21 december 1901 werd er in de gemeenteraad van Asten een verzoek behandeld om enige lantaarnpalen te plaatsen aan de weg van de kerk in de richting van de grindweg naar Sluis 10. Die verlichting geschiedde op dat moment nog met petroleum.
Maar B&W wilden een betere straatverlichting. Een elektrische verlichting zou de gemeente zo’n 40.000 gulden kosten, terwijl men voor een acetyleengasverlichting slechts 2.700 gulden kwijt was, exclusief gebouw en graafwerk. Men wilde een proef met acetyleengas voor de 26 lantaarns die het dorp rijk was; als die niet voldeed was men toch niet zoveel geld kwijt. De raad drong aan op spoed “anders zitten wij den volgende winter weer met het treurige licht van thans”. Onderhandelingen werden aangegaan met een Technisch Bureau uit Haarlem. Op 11 april 1902 besloot de gemeenteraad met hen in zee te gaan. Het gasgebouwtje zou komen te staan op gemeentegrond aan de Schutsboom; de bouw werd bij de aanbesteding gegund aan Johannes van Deursen voor 640 gulden.
Tussen 1895 en 1945 werd acetyleengas gebruikt voor verlichting. Ouderen kennen nog wel de carbidlampen die op fietsen, rijtuigen en auto’s zaten. Als carbid in aanraking komt met water ontstaat acetyleengas. Voor straatverlichting werd dit op een grotere schaal gebruikt, maar het principe was hetzelfde. Het gaslicht voldeed uitstekend, gaf een helder licht, maar was duurder dan petroleumverlichting. Boekdrukker Berkers, en de hotelhouders Piet Gitzels en Jan Verlijsdonk wilden ook een aansluiting. Maar, verzuchtte de burgemeester “in den zomer of als het maanlicht is worden geen lantaarns aangestoken, hoe dan die lui van gas te voorzien?”. De gasbuizen bleken snel te verslijten en de voordelen van elektriciteit kwamen in beeld. In 1915 werden nieuwe lantaarnpalen in het dorp geplaatst, maar die gaven voorlopig nog geen licht. Op het terrein van het gasgebouwtje werd een motorhuis gebouwd, dat in verbouwde vorm nu nog bestaat aan de Burgemeester Wijnenstraat 52. De Eerste Wereldoorlog bemoeilijkte de aankoop van een motor met generator zodat die pas in 1917 kon worden geplaatst. Elke avond om 11 uur werd de stroomvoorziening gestopt. De Astenaren moesten dus op tijd naar bed.
Foto: Een kaart van Berkers Verbunt uit 1905 met daarop een gaslantaarn in de Burgemeester Frenckenstraat in Asten.